Inhoud van de cursus
Tijdens de 3 maanden is er niet een concreet programma. Er is een lesmethode aanwezig waaruit gewerkt wordt, maar deze is niet leidend. In de cursus ligt de nadruk op het verbeteren van de luister- en spreekvaardigheid. Er is ook aandacht voor het ontwikkelen van schrijf- en leesvaardigheid, maar een stuk minder. Oefeningen vinden zowel in klassikale setting als in groepjes plaats. Onderwerpen die langskomen zijn hun woonsituatie, familieleden, werk, school- en doktersbezoek, het verkeer en het openbaarvervoer. Voorbeelden van oefeningen zijn het maken van een kookrecept, leren hoe je de weg vraagt, samen naar het jeugdjournaal kijken en Nederlandse muziek luisteren.

            In de cursus gaat het vooral om de vraag waar de cursisten behoefte aan hebben? Waar willen zij extra begeleiding bij krijgen? Waar willen zij over spreken en meer uitleg over krijgen? Hier springt de docent op in en geeft uitleg, voorbeelden, oefeningen en anticipeert op deze wijze op de behoefte van de cursisten. De docent zal een veilige sfeer creëren in de klas waarin fouten maken niet erg is. Er is voor Taalintensivering geen examen en bijna geen huiswerk.